Schrijfles – Maken en (toe) laten

Schrijfles Maken en (toe)laten

Welkom bij deze schrijfles. Deze les bevat de volgende elementen:

  • Een verhaal van mij uit India
  • Een video over het thema dat bij deze les hoort
  • Een meditatie
  • Links, quotes en foto’s
  • Vijf creatieve schrijfopdrachten

Ik wens je veel schrijf- en kijkplezier !

Creatieve groet, Nanda Huneman

“Het is een klassieke beginnersfout om te denken dat je als schrijver een wrochtende factor van jewelste bent, dat je schept, maakt, veroorzaakt. Dit is maar zeer ten dele het geval. Als verhalen, gelijk ongeboren kinderzielen, al compleet zijn voordat zij onder de mensen komen, dan hebben zij, om verteld te worden, alleen de tussenkomst van een tolk nodig, van iemand die hun betekenis ontrafelt en voor anderen toegankelijk maakt. Dat, niet meer en niet minder, is wat de schrijver doet.”

Renate Dorrestein

Maken of (toe)laten

Kronkelig schrijven in Varanasi

“Concentreer je Nan,” spreek ik mezelf toe, terwijl ik plaats neem achter het kleine bureautje in mijn kamer. Buiten spelen de apen op het platte dak en doet papa-ji zijn namiddag Puja bij het huisaltaar. Chai-tijd is net voorbij en met moeite heb ik mezelf weer tot de orde geroepen. Schrijven moet ik. Dat interview van vanmiddag met Parvati uitwerken. Voordat ik alles vergeet. De interviews met de alleenstaande vrouwen duizelen door mijn hoofd. Ik kijk er scheel van. Ik heb zoveel dubbele verhalen gehoord. Over de weduwe Leela, die volgens eigen zeggen na het overlijden van haar man altijd alleen is gebleven, maar waarvan ze op haar werk zeiden dat ze relaties had met de elektricien en de timmerman. Dat hoor en wederhoor waar ik op mijn studie journalistiek over heb geleerd, is hier totaal niet toepasbaar. Ik krijg er alleen maar steeds meer versies van de werkelijkheid bij. Hoe maak ik hier een kloppend journalistiek boek van?

Sonu, mijn Indiase zuster en tolk, steekt haar hoofd om de hoek. “Come and have a look at the sunset at the Ganga, you are too serious.” Opgelucht klap ik mijn laptop dicht en haak mijn arm in die van haar.

De grip die Varansi op mij krijgt, wordt steeds sterker. Mijn hoofd lijkt soms wel een vissenkom, waardoor ik de contouren van de buitenwereld niet meer helder zie. De dagen zijn traag. India is als een groot, zacht matras, waarop je naar hartelust kan hangen en thee-drinken. De dagen stromen voorbij zoals de Ganges stroomt; ongemerkt, kalmpjes, rimpelloos. De realist in mij wil naar de universiteit, onderzoek doen, telefoontjes plegen. Maar zodra ik buiten loop, is de steeds sterker wordende poëet in mij de helft van de plannen al vergeten. Ik ben afgeleid door een ritueel dat aan de oever wordt uitgevoerd, door het kleine jongetje dat een bootje maakt van lege plastic flessen.

Zo schrijf ik de laatste tijd ook. Ik maak gebruik van metaforen en beelden, die eigenlijk niet thuis horen in een journalistiek onderzoek. Ik schrijf steeds vaker over mijn eigen gevoelens en verwarring. En – ik verzin steeds meer. Waarom ook niet? Dat lijken alle vrouwen hier ook te doen. Parvati vertelt elke dag een ander levensverhaal.

Sonu en ik gaan op de steile ‘Ghats’ – de trappen naar de rivier zitten. We kijken hoe de buffalo’s zich massaal in het water storten, een vrouw in een knalgele sari haar was staat te schrobben en terwijl de zon langzaam zakt, knielt een Saddhu met lange dreads voor het beeld van Shiva. Plotseling staat er een beeldschone jonge vrouw voor mij – ze gaat gekleed in een Punjabi-jurk met spiegeltjes en staat kaarsrecht. Haar gezicht straalt als een godin.

“I have seen you yesterday,”  zegt ze, en gaat naast ons zitten. “Who are you? What are you doing here?”
“I am Nanda and trying to write about single Indian women,” lach ik.
Ze pakt mijn arm vast. “Really? Single women?”
Ik wil al, zoals ik vaak moet, verdedigen dat je die heus hebt in een land waar 99% van de vrouwen trouwt, maar dat hoeft niet.
“I am single,” zegt ze. “Just like my sisters and mother. We are dancers. Please come to my house, I will tell you all my secrets.”

Steeds vaker merk ik deze wazige stroom, die mij door de dag leidt, mij bijna ongemerkt naar interessante plekken en vrouwen leidt. Ik hoef te niet zoeken en te werken – het komt mij toe. Als ik ontvankelijk ben. En zo werkt het ook met de taal. Als ik niet iets ‘waars’ en ‘goeds’ probeer te maken, dan ontstaat het verhaal vanzelf. Dat is de les die India me elke dag weer geeft. “Concentreer je niet zo meisje,” lijkt ze te fluisteren. “I Will take care for the Magic, if you dare to believe.”

Sonu en ik gaan mee met de danseres naar haar huis vol geheimen. Ze wordt een hoofdstuk in mijn boek.

Ik spreek liever van Loslaten en Toelaten dan van ‘maken’

Laura van Dolron
Luister hier het hele interview met Laura

Schrijfopdrachten

  • Werken –  reflecties en scenes

    • Met welk arbeidsethos ben jij opgegroeid? Welke rol had werk vroeger bij jullie thuis?
      – Schrijf een korte flashback waarbij een van je familieleden terugkomt van het werk. (Of er net heen gaat of aan het werk is)
    • Wat voor werk doe je nu? Ga je graag naar je werk? Hoe werk jij? Identificeer jij je met je werk?
      – Schrijf een korte scene waarbij jijzelf naar je werk gaat (of net terug komt of aan het werk bent)
    • Hoe verhoud jij je tot ‘luiheid’? Wat is voor jouw gezonde luiheid? En wanneer ben je bijvoorbeeld ‘lui in niet doen wat je moet/wil doen.’
      – Schrijf een korte scene waarin je heel lui bent (je mag overdrijven)
  • Ware werk en nieuw beroep

    • Wat voelt als jouw ware werk? (Zie de video) Wat noem je niet vaak werk, maar beschouw je wel als jouw echte werk. Werk dat er toe doet. Wat je energie geeft.
    • En als je dit ‘werk’ doet – welk werkwoord past daar dan goed bij? Maken? Toelaten? Verbinden? Huppelen? Ontvangen?
    • Zie jij schrijven als deel van  je ‘ware werk’? Als noodzaak? Of voelt het vaak als tijdverspilling? Overbodige Luxe? Hoe verhoud je je tot schrijven?
    • Als er een beroep zou bestaan wat precies bij jouw ware werk past, wat zou dat zijn? De verbindingsmanager. De wandelcoach. De zonsopgangspecialist. De woordenwetenschapper.
  • Personages

    • Kan je de  ‘(harde/trouwe/bekende) werker’ in jou uitvergroten? Kan je er een personage van maken? Hoe ziet ‘ie er uit? Welk gedrag hoort erbij?
    • En wat is het tegenovergestelde van die werker? De poëet? De kunstenaar? De aanrommelaar, levensgenieter? Het nieuwe beroep dat je net hebt beschreven?
      Kan je die ook uitvergroten? En daar ook een personage van maken? Probeer ze echt voor je te zien!
    • Schrijf eens een dialoog tussen deze twee personages. Laat je bijvoorbeeld inspireren door Toren C – zie de video helemaal onderaan deze les.
  • Ontslagbrief

    Schrijf een ontslagbrief – naar jezelf, naar een bepaalde autoriteit, een instelling.

    Waarin je zegt dat je niet langer wil werken zoals je dat deed.
    Waarbij je ontslag neemt van je huidige functie.
    OF waarin je aangeeft dat je veel minder (of meer?) uren gaat draaien.
    Speel ermee, maak het zo gek als jezelf wilt. En fatsoenlijk hoef je al helemaal niet te blijven.

  •  Contract / Pamflet

    Schrijf een nieuw contract

    Welk werk  ga je doen?
    Bij wie ga je in dienst? Bij de zon? Om regelmatig haar stralen op te laden?
    Bij Droom en Co? Bij Woord en Wonder?
    Wat zijn jouw voorwaarden? De voordelen? Je loon?
    Krijg je uitbetaald in geld of in…?
    The sky is (not) the limit

    Schrijf een pamflet – waarin je jouw nieuwe arbeids (of schrijf-) ethos verwoordt.

    Vanaf heden zie ik werk/schrijven als…
    Vanaf nu ben ik dienst van …
    Vanaf nu geef ik mijn energie aan …
    Vanaf nu laat ik het om …